Afhankelijk van de mogelijkheden bij de dierenartsenpraktijk en jouw persoonlijke situatie, kun je bijvoorbeeld kiezen voor een ‘dagstage’. Je loopt dan iedere week een (vaste) dag of meerdere (vaste) dagen stage. Je kunt ook kiezen voor een ‘blokstage’, waarbij je een aantal weken achter elkaar stage loopt. Voor de beste opbouw van deze opleiding adviseren wij de beroepspraktijkvorming (stage) over de gehele opleidingsduur te spreiden. Wij raden je bovendien aan om bij verschillende dierenartsenpraktijken stage te lopen. Ben je in loondienst bij een SBB-erkende dierenartsenpraktijk, dan tellen deze uren natuurlijk mee. Tijdens jouw stage ligt de nadruk op het uitvoeren van paraveterinaire handelingen en het maken van stage-opdrachten. Hierdoor wordt de theorie van de opleiding gekoppeld aan de praktijk, waardoor je meer inzicht krijgt in de dierenartsenpraktijk.
Let op: De 200 uur dierverzorgende stage dien je binnen het eerste cursusjaar af te ronden.